Military band Solo
Military band + ...
Voor beginners
Componisten

Arrangement voor: Military band

Compositie: Jone

Componist: Petrella Errico

Download gratis partituren:

Marche funèbre (Act IV). For Military Band. Complete Score PDF 1 MB
Wikipedia
Errico (Enrico) Petrella (Palermo, 1 december 1813 – Genua, 7 april 1877) was een Italiaans componist. Petrella werd rond 1870 beschouwd als de meest succesvolle Italiaanse operacomponist na Giuseppe Verdi.
Petrella kreeg zijn eerste muzieklessen bij Saverio Del Giudice. Hij verhuisde naar Napels en studeerde aldaar bij Nicola Antonio Zingarelli en Michele Costa. Vervolgens studeerde hij privé bij Vincenzo Bellini en zijn invloed is soms in de muziek van Petrella herkenbaar. Op 16-jarige leeftijd ging zijn klucht Il diavolo color di rosa in het Teatro La Fenice in Napels in première en had daarmee groot succes. Het werd gevolgd van de klucht Il giorno delle nozze, gebaseerd op de avonturen van Pulcinella, en Lo scroccone. Na deze vroege successen heeft hij pogingen an andere theaters in Napels gedaan. In 1838 volgde I pirati spagnoli in het Teatro nuovo (het nieuwe theater). Dit werk wekte de bewondering van Gaetano Donizetti, die toen docent aan het conservatorium was. Het volgt Le miniere di Freinbergh, dat wederom een succes werd.
Verder schrijft hij Cimodocea, geïnspireerd door een verhaal van François René de Chateaubriand, maar hij zet het salaris te hoog aan met het gevolg, dat het beheer van het theater de uitvoering verwerpt. Vele jaren lang schreef Petrella geen werk meer voor het muziektheater.
In 1851 keerde hij terug naar het theaterpodium met Le precauzioni ossia Il carnevale di Venezia. Het werd een echte triomf en werd beschouwd als een van de beste komieke opera's van die tijd. De Milaanse uitgever Joan Lucca noemt hem als de rivaal van Giuseppe Verdi. Het heeft hem niet geholpen, maar zijn werk kon de vergelijking voor bepaalde tijd stand houden. In 1853 volgt de opera Marco Visconti met een juweeltje van de ballad "rondinella pellegrina" en de aria van Ottorino "come un aura sul mattino".
In 1858 viert hij opnieuw een triomf met de première van Jone (o L'ultimo giorno di Pompei) in het Teatro alla Scala in Milaan. Het libretto is gebaseerd op de roman The Last Days of Pompeii (roman) van Edward Bulwer-Lytton. De treurmars uit deze opera wordt nog altijd tijdens begrafenissen vooral in Zuid-Italië gespeeld. Een verdere succes was zijn opera La contessa d'Amalfi in het Teatro Regio in Turijn.
In de latere werken maakt hij de poging het toen actueel nieuws uit het binnen- en buitenland in zijn composities te verwerken. Zo ontstonden Caterina Howard, Giovanna di Napoli en I promessi sposi. De zoektocht gaat verder met de opera Manfredo, een gepassioneerd drama van een adellijke uit Calabrië dat is gekleurd met gruwelijke misdaden.
Alhoewel hij grote successen vierde, werd hij in de laatste levensjaren teruggebracht tot armoede, hield van vrouwen en het briljante leven, ontwikkelde hij suikerziekte en overleed in Genua in 1877. Dan, na de dood, raakte hij bijna in de totale vergetelheid.
In Milaan is een straat naar deze componist benoemd "Via Errico Petrella" en in de Italiaanse stad Longiano is het operagebouw Teatro Errico Petrella - Teatro Storico van 1870 naar hem benoemd.