Piano Solo
Piano + ...
Voor beginners
Componisten

Egon Wellesz

Alle Composities

Composities voor: Piano

#Arrangementen voor: Piano
op populariteit
2 Stücke, Op.34Der Abend, Op.4Deutsches Lied (Duitse Lied)Eklogen, Op.11Epigramme, Op.17Idyllen, Op.21

Arrangementen voor: Piano

Die Nächtlichen, Op.37Persisches Ballett, Op.30
Wikipedia
Egon Wellesz (Wenen, 21 oktober 1885 – Oxford, 8 november 1974) was een Britse componist en musicoloog, die Oostenrijker was van geboorte.
Hij studeerde bij Carl Frühling en Guido Adler in Wenen. Al zeer vroeg was hij sterk geïnteresseerd in opera. Deze interesse culmineerde in zijn Essays on Opera (1950). Hij kreeg privéles van Arnold Schönberg, die hem zeer beïnvloedde. Wellesz paste in zijn composites wel seriële technieken toe, maar kan geen 12-toonscomponist worden genoemd.
Al vanaf 1918, toen hij professor aan de Universiteit van Wenen was geworden, componeerde hij. De Anschluss in 1938 was een bedreiging voor hem, omdat hij van gedeeltelijk Joodse ouders was. Daarnaast werd zijn muziek "te modern" en "entartet" geacht. Hij vluchtte naar Engeland en vestigde zich in Oxford. In 1946 nam hij de Britse nationaliteit aan. Hij genoot daar grote populariteit en kreeg de eretitel 'Fellow of Lincoln College'.
Wellesz’ grootste invloed op de perceptie van opera was Gustav Mahler. Gedurende diens dienstverband aan de Wiener Hofoper, tot 1907, werden vele aanspreekmakende opera’s opgevoerd die Wellesz allemaal bezocht. Andere invloeden uit die tijd waren Schönberg en Richard Strauss. Diens librettist Hugo von Hofmannsthal schreef in de jaren 1920 enige teksten en scenario's voor Wellesz’ dramatische werken.
In 1961 werd hem de Grote Oostenrijkse Staatsprijs toegekend.
Wellesz schrok niet terug voor de grootsheid van de onderwerpen waarover hij opera's schreef. Het hoorde bij, in zijn eigen woorden, zijn "jeugdige overmoed". In de tien jaar tussen 1921 en 1931 zag Wellesz al zijn theaterwerken, op een na, opgevoerd worden. Hieronder bevonden zich vijf van zijn zes opera's en alle vier balletmuzieken. In die tijd was er een enorme experimenteerdrift op het gebied van de ontwikkeling van de 20e-eeuwse opera in relatie tot Griekse mythologie. Voorbeelden in Wellesz’ werk zijn de opera’s Alkestis en Die Bakchantinnen.
In de jaren 1930 veranderde het muziekklimaat in Wenen zodanig dat dit meer en meer conservatief werd. Dit was een reactie op de Grote Depressie en een voorbode voor de omwenteling die Oostenrijk in 1938 te wachten stond. Componisten als Wellesz kregen daardoor minder aandacht dan in de jaren 1920. Na 1931 schreef hij geen belangrijke opera meer.
Na Wellesz’ gedwongen verhuizing naar Engeland werd hij vooral bekend als musicoloog in Byzantijnse muziek en Grieks drama. Vanaf 1945 stortte hij zich in een nieuwe ontwikkelingsfase: die van symfonicus. Tussen 1945 en 1971 voltooide hij negen symfonieën en nog enkele andere symfonische werken.
Op het Duitse cd-label CPO zijn alle symfonieën van Wellesz verschenen, uitgevoerd door het Radio-Symphonieorchester Wien o.l.v. Gottfried Rabl.
Egon-Wellesz-Fonds bei der Gesellschaft der Musikreunde in Wien (Duits en Engels)