Florent Schmitt (Blâmont, departement Meurthe-et-Moselle, 28 september 1870 – Neuilly-sur-Seine, 17 augustus 1958) was een Frans componist en muziekpedagoog.
Zijn eerste muzieklessen kreeg hij in Nancy. Daarna ging hij naar Parijs en studeerde de vakken harmonieleer, contrapunt, fuga en compositie aan het Conservatorium van Parijs bij Alexandre Jean Albert Lavignac,
André Gedalge,
Jules Massenet en
Gabriel Fauré.
In 1900 werd hem de Prix de Rome voor zijn cantate Sémiramis toegekend. Tijdens zijn verblijf in de Villa Medici in Rome heeft hij veel en misschien zijn beste werken gecomponeerd. Aansluitend maakte hij concertreizen door Duitsland, Oostenrijk, Hongarije, Turkije en kwam daarna naar Parijs terug.
Hij was samen met
Maurice Ravel, Gabriel Fauré, Émile Vuillermoz,
Louis Aubert,
Charles Koechlin en Jean Huré medeoprichter van de Société musicale indépendante en lid van de Société nationale de musique en van de Club des Apaches, waarvan ook Maurice Ravel, Maurice Delage,
André Caplet,
Ricardo Viñes en de dichter Tristan Klingsor leden waren.
Van 1921 tot 1924 gaf hij les aan het conservatorium van Lyon en van 1929 tot 1939 was hij chroniqueur van de krant Le Temps.
In de jaren dertig toonde hij zich een antisemiet en een aanhanger van nazi-Duitsland. Toen in november 1933 in Parijs werk werd uitgevoerd van
Kurt Weill, die zojuist Duitsland had moeten verlaten, leidde Schmitt een groep demonstranten die bij de concertzaal "Vive Hitler!" kwam schreeuwen. Vanwege zijn collaboratie met de Vichy-regering werd hij na de oorlog genegeerd en werd zijn werk nauwelijks meer uitgevoerd. Wel werden hem nog eerbewijzen verleend. In 1952 werd hij in het Franse Legioen van Eer opgenomen en in 1957 werd hij met de grote muziekprijs van de stad Parijs onderscheiden. Hij heeft tot op 87-jarige leeftijd gecomponeerd.
Zijn werken zijn kenmerkend complex en veeleisend, meestal vol stoutmoedige ritmes en vernuftig gebruik van het slagwerk.