Piano Solo
Piano + ...
Voor beginners
Componisten

Franz Lachner

Alle Composities

Composities voor: Piano

#Arrangementen voor: Piano
#Partijen voor: Piano
op populariteit

#

3 Deutsche Gesänge, Op.363 Gedichte, Op.343 Gedichte, Op.863 Gedichte, Op.933 Gesänge, Op.1053 Gesänge, Op.773 Gesänge, Op.783 Leichte Terzetten, Op.1453 Lieder, Op.1013 Lieder, Op.303 Scherzos, Op.264 Lieder (4 nummers)4 Lieder, Op.1164 Lieder, Op.274 Lieder, Op.815 Lieder for Voice, Cello and Piano (5 Songs for Voice, cello en piano)6 Deutsche Gesänge, Op.546 Duets, Op.1066 Klavierstücke, Op.109 (6 stukken voor piano, Op.109)6 Klavierstücke, Op.1726 Lieder, Op.1346 Lieder, Op.1527 Lieder, Op.849 Gesänge, Op.80

C

Cello Sonata, Op.14

D

Der Sänger am Rhein, Op.59 (De zanger op de Rijn, Op.59)Der Sturm, Op.60Deutsche Gesänge, Op.49Die stille Nacht

F

Fantasie in F minor, Op.11Fantasie in F-sharp minorFrauen-Liebe und Leben, Op.59Frühlingsnähe

I

Introduction et variations brillantes sur un theme original, Op.15 (Introduction et variaties brillantes sur un thema origineel, Op.15)Introduction et variations sur un thême favori Suisse, Op.12 (Introductie en Variaties op een favoriet thema Zwitserland, Op.12)Introduction und Fuge, Op.62 (Inleiding en Fuga, Op.62)

M

March in E-flat major (Maart in E-flat major)Momento capriccioso, Op.3

N

Nocturne No.1 sur un thême français, Op.21 (Nocturne No.1 sur un thème français, Op.21)Nocturne No.2 sur de themes favoris de Oberon, Op.22 (Nocturne No.2 sur de thema's Favoris de Oberon, Op.22)

P

Piano Quintet No.2, Op.145Piano Quintet, Op.139Piano Sonata, Op.2Piano Sonata, Op.25Piano Suite, Op.142Piano Trio in C minorPiano Trio in E majorPraeludium in A minorPsalm 63, Op.85

R

Rondeau brillant, Op.1Rondeau brillant, Op.17Rondeau brillant, Op.8

S

Sängerfahrt, Op.33Sängerfahrt, Op.96Schneeglöckchens TrauergeläuteSeebildSonata for Piano Four-Hands, Op.20Sonata for Piano Four-Hands, Op.39Suite for Piano and Violin, Op.140 (Suite voor piano en viool, Op.140)

V

Variations, Op.138Vorüber, Op.62

W

Waldklänge, Op.28

Z

Zigeunerlied, Op.136 No.1

Arrangementen voor: Piano

Siegesgesang aus 'Hermannsschlacht', Op.104Suite No.1, Op.113Suite No.2, Op.115Symphony No.1, Op.32Symphony No.5, Op.52Waldklänge, Op.28

Partijen voor: Piano

Introduction et variations sur un thême favori Suisse, Op.12 (Introductie en Variaties op een favoriet thema Zwitserland, Op.12)
Wikipedia
Franz Paul Lachner (Rain am Lech, 2 april 1803 – München, 20 januari 1890) was een Duits componist, dirigent en organist. Hij was de oudere broer van Ignaz Lachner (1807-1895) en Vinzenz Lachner (1811-1893) en een jongere stiefbroer van Theodor Lachner (1795-1877); allen eveneens componisten.
Sinds 1989 is in Rain het Gebrüder-Lachner-Museum aan hem en zijn broers gewijd.
Lachner werd geboren in een muzikaal gezin. Zijn vader Anton Lachner was organist en van hem kreeg hij zijn eerste muziekles. Gedurende zijn schooltijd op het gymnasium in Neuburg an der Donau kreeg hij tegelijkertijd les in compositie bij Franz Xaver Eisenhofer (1783-1855). Na de dood van zijn vader in 1822 ging hij naar München en studeerde aldaar verder bij onder anderen Caspar Ett, maar gaf tegelijkertijd ook zelf muziekles in de stad. Verder speelde hij viool, cello, hoorn en contrabas in verschillende orkesten in München, vooral in het orkest van het Isartortheater. In 1823 werd hij organist aan de Lutherse stadkerk in Wenen en studeerde wederom tegelijkertijd zowel bij Simon Sechter (muziektheorie, contrapunt, fuga), bij Abbé Maximilian Stadler als bij hofkapelmeester Joseph Weigl (orkestdirectie). Korte tijd later werd hij opgenomen in een kunstenaarskring om Franz Schubert en Moritz von Schwind. Hij raakte bevriend met Franz Schubert. Ook met Ludwig van Beethoven was hij in contact.
In 1826 werd Lachner tweede dirigent en vanaf 1828 chef-dirigent van het orkest aan het Kärntnertortheater in Wenen. Vervolgens was hij van 1834 tot 1836 dirigent van het orkest aan het hof in Mannheim. In 1836 ging hij terug naar München en werd dirigent van de hofopera, maar leidde ook de concerten van de Musikalische Akademie en van de koninklijke vocaalkapel. Deze benoeming tot hofkapelmeester was het gevolg van het succes van zijn compositie Sinfonia passionata, die in Wenen in 1835 tijdens een wedstrijd een eerste prijs won. In 1852 benoemde men hem tot Generalmusikdirektor. Toen de koning Lodewijk II van Beieren Richard Wagner naar München haalde, ging Lachner met pensioen. De musicoloog M. Würz schreef in Musik in Geschichte und Gegenwart, dat Lachner als dirigent in München ...voor de ontwikkeling van zijn orkest en voor de stimulantie van het publieke muzikale smaak...belangrijk heeft gewerkt. Hij organiseerde ook muziekfestivals in 1855 en 1863 in München.
Vooral de interpretaties van werken van Ludwig van Beethoven werden als exemplarisch aangezien. Alhoewel hij met succes ook opera's van Richard Wagner heeft uitgevoerd, stond hij diens muziek weigerend tegenover. In 1853 werd hij met de Beierse Maximiliaansorde voor Wetenschap en Kunst onderscheiden. In zijn geboortestad Rain werd een straat naar hem vernoemd, maar zijn naam is ook vertegenwoordigd in het gebroeders Lachner museum en in de naam van een school (gebroeders-Lachner-middelschool). In 1883 werd Franz Lachner ereburger van de stad München.
Lachner was een zeer productief componist. In zijn oeuvre dat ongeveer 200 werken omvat zijn bijna alle genres vertegenwoordigd. Zijn stijl is door Beethoven, Louis Spohr, Giacomo Meyerbeer, maar vooral door zijn vriend Franz Schubert beïnvloed. Zijn muziek wordt gekenmerkt door een kundige beheersing van de vorm en vooral van het contrapunt. De kracht van Lachner wordt onmiskenbaar in de doorwerking van zijn sonatevorm. Tot zijn grootste successen behoren de cantate Die vier Menschenalter, de opera Catarina Cornaro, zijn Requiem, zijn zevende orkestsuite en het Nonet, voor blaasinstrumenten.
Na zijn dood daalde de interesse in Lachners muziek snel. Zijn zeer conservatieve stijl raakte uit de mode. Pas tegen het einde van de 20e eeuw is er weer een begin van een uiteenzetting met de muziek van Lachner te herkennen. Niet al zijn werken zijn evenwaardig, maar de beste composities tonen hem als zekere beheerser van de compositorische middelen, waarom hij tot de belangrijke vocaal- en instrumentaal componisten mag gerekend worden.