Piano Solo
Piano + ...
Voor beginners
Componisten

Gaetano Donizetti

Alle Composities

Composities voor: Piano

#Arrangementen voor: Piano
op populariteit

A

Allegro for Piano Four-Hands in E major, A 555Allegro in C major, A 561Amor, mio nume, In.242Amour jaloux, A 311Ave Maria

C

Chanson turqueChe cangi tempra, A 402Collezione di canzonette, A 162-170Combien la nuit est longue, In.480

D

Donizetti per camera, A 171-182

F

Faut-il renfermer dans mon âme, A 317Flute Sonata, A 503Fugue, In.660

G

Godi diletta ingrata, A 408

I

Il conte Ugolino, In.371Il genio, A 558Il sospiro del gondoliero

L

La bella prigioniera, A 15La lontananza, A 559La prière, A 424La zingara (La Zingara)L'amor funesto, A 286Largo, A 502Le départ pour la chasse, A 291Le petit joueur de harpe, A 358L'inaspettata, A 562

M

Malvina, In.404Marcia lugubre, A 563Marie enfin quitte l'ouvrage, In.515Matinée musicale, A 208-217Mi lasci? Si, A 409

N

Nuits d'été à Pausilippe, A 183-194

O

Oboe Sonata, A 504On vous a peint l'amour, A 363Or che la notte invita, In.529Oui, je sais votre indifférence, A 364Ouvertures pour piano à 4 mains (Openingen voor piano 4 handen)

P

Pastorale, A 531Per valli, per boschi, A 413Perché mai Nigella amata, In.533Plus ne m'est rien, A 371Polacca, A 564Pourquoi me dire qu'il vous aime, A 372Presto, A 532

Q

Quand un soupçon mortel, In.546Questo è il suolo, In.550

R

Rondò, A 533

S

Scherzo, A 497Se mai turbo il tuo riposo, A 416Se tu non vedi tutto il mio cor, In.562Sinfonia for Piano Four-Hands in D majorSinfonia for Piano Four-Hands in D minor, A 565Sinfonia for Piano in A major, A 540Sinfonia for Piano in D major, A 539Soirées d’automne à l'Infrascata, A 195-200Sonata for Piano Four-Hands in A minor, A 572Sonata for Piano Four-Hands in C major, A 567Sonata for Piano Four-Hands in D major, A 568Sonata for Piano Four-Hands in D major, A 569Sonata for Piano Four-Hands in F major 'Suonata a 4 sanfe', A 571Sonata for Piano Four-Hands in F major, A 566Sonata for Piano Four-Hands in F minor ' La solita suonata', A 570Sorgesti alfine, aurora, A 391

T

Ti sento, sospiri, A 387Trio, A 507

U

Un capriccio in sinfonia, In.681Un hiver à Paris, A 201-207Un rêve de bonheur, A 362Una vergine donzella, A 396

V

Violin Sonata, A 496Vous dont le coeur

W

Waltz for Piano Four-Hands, A 574Waltz 'Invito', In.666

Arrangementen voor: Piano

A

AdeliaAnna Bolena

B

Belisario

D

Dom Sébastien (Dom Sebastien)Don Pasquale

E

English Horn Concertino, A 459

F

Fausta

G

Gemma di Vergy (Bladknop)Gianni di Calais

I

Il furioso all'isola di San Domingo (De boze eiland San Domingo)

L

La favorite (La favoriet)La fille du régiment (De dochter van het regiment)L'amor funesto, A 286L'elisir d'amoreLes martyrsLinda di ChamounixLucia di LammermoorLucrezia Borgia

M

Maria di RohanMarino FalieroMatinée musicale, A 208-217

P

Parisina (Parijs)Poliuto

R

RitaRoberto DevereuxRosmonda d'Inghilterra

S

Sancia di Castiglia

U

Ugo, conte di Parigi
Wikipedia
Gaetano Domenico Maria Donizetti (Bergamo, 29 november 1797 – aldaar, 8 april 1848) was een Italiaans operacomponist. Verscheidene opera's van zijn hand houden tot op de dag van vandaag repertoire.
Donizetti werd geboren in het Borgo Canale (het lagere gedeelte) van het op een heuvel gebouwde Bergamo, als telg van een eenvoudige familie. De familie staat niet bekend als muzikaal, wel had hij een oudere broer Giuseppe, die ook musicus zou worden. Donizetti kreeg een uitstekende opleiding van Johann Simon Mayr (1763-1845), die -zelf een vernieuwend en in de tijd voor Rossini succesvol componist- tot zijn dood een goede relatie met Donizetti onderhield. Mayr was kapelmeester in Bergamo, waar Donizetti ook naar terugkeerde na het Liceo Filarmonico te Bologna bezocht te hebben. In Bologna had hij les van Mattei Stanislao (een grondige theoretische opleider van -later- Rossini). Al op jonge leeftijd viel hij op door het grote gemak waarmee hij melodieën en complete composities uit de pen liet vloeien en ook door bekwaamheden die aan Mozart deden denken. Zo heeft hij de complete partituur van een opera van zijn leermeester weten te reproduceren alleen door naar 3 live-uitvoeringen te luisteren. Dit gemak van componeren was natuurlijk voor het hectische operabedrijf, zeker in het toenmalige Italië dat in elke provincieplaats operagezelschappen met premières kende, een geweldig pre. Hij werkte gedisciplineerd in een strak schema en zo haalde hij de deadlines.
Vanaf 1818 begon hij -aanvankelijk zonder opdracht- opera's te schrijven. Zijn eerste opera Enrico di Borgogna had succes in Venetië. En daarna werd hij in Italië steeds vaker uitgevoerd. Donizetti legde enorme afstanden af aanvankelijk onder andere gewapend met aanbevelingen van Mayr. Zijn diensttijd in het Oostenrijkse leger werd afgekocht door een vermogende dame, wier beschermeling Donizetti werd. Dit zijn de jaren, dat hij ervaring opdeed en zijn faam zich verbreidde in alle operahuizen van Italië.
Maatschappelijk ging het goed met Donizetti. Hij had functies in Napels op bestuurlijk vlak en als docent harmonieleer. Rossini nodigde hem uit voor een productie in het Theatre Italien te Parijs. Daar raakte hij overigens in botsing op persoonlijk vlak met Vincenzo Bellini, die daar met zijn I Puritani veel succes scoorde. Qua mens waren deze mannen elkaars tegengestelde: Bellini reviseerde bijvoorbeeld zijn werken zeer vaak; Donizetti reviseerde eigenlijk nooit en schreef snel.
In 1835 -weer terug in Napels- koos hij voor "Lucia di Lammermoor" als script. Waarschijnlijk vertaalde de librettist Salvatore Cammarano -uit tijdnood- niet de roman van Scott maar een van de Franse toneelversies tot een libretto. Donizetti zette -gezien opnieuw de tijdnood- elk vers geschreven vel van het libretto direct op muziek. Het verhaal wil dat Donizetti de laatste akte zelf zou hebben herschreven. De première (met zeer goede solisten) was een fabuleus succes in september 1835. Hierna schreef hij nog enkele kleinere opera's die geen repertoire hebben gehouden, alsmede twee in Italië erg succesvolle kluchten -eenakters- Il Campanello en Betly waarvan hij zelf het libretto schreef.
Uiteindelijk werden dit jaren van diepe triestheid. Er waren veel cholera-epidemieën; mensen overleden, operahuizen sloten. Op 1 juni 1828 was Donizetti in Rome getrouwd met Virginia Vaselli, een zuster van zijn beste vriend “Toto” Vaselli. Zij kregen 3 kinderen die evenwel allen vlak na of voor de geboorte zijn overleden. Een diepe crisis volgde toen hij ook zijn jonge vrouw verloor in haar derde kraambed (juli 1837).
Bovendien verloor hij de strijd -hij was al waarnemend hoofd- om de opvolging van Nicola Antonio Zingarelli als directeur van het Real Collegio di Musica di Napoli (Koninklijke Muziekschool) te Napels. Saverio Mercadante had de voorkeur gekregen -alhoewel erkend de mindere van de twee componisten-, omdat hij van Napolitaanse afkomst was. Misschien ging het ook lichamelijk minder: Donizetti werd toen hij bezig was met de "Lucia di Lammermoor" vaak door hoofdpijn gekweld. Vermoedelijk was Donizetti in deze tijd al aangetast door de syfilis waaraan hij later zou overlijden.
Donizetti presenteerde zich in 1839 in Parijs.
Na La Favorite (1840) en verschillende nu minder bekende opera's, bracht hij voor Rossini zijn Stabat Mater in Bologna op de planken. Rossini waardeerde dit zeer, gaf Donizetti diamanten manchetknopen cadeau en een aanbevelingsbrief aan graaf Metternich te Wenen. Verder maakte hij voor Wenen Linda di Chamounix (1842). Het hof in Wenen bood hem een functie aan als kapelmeester met het recht elk jaar 6 maanden in het buitenland door te brengen. Donizetti accepteerde gretig, wat hem door patriottische Italianen verweten is: in hun ogen was Oostenrijk een bezettende macht.
Inmiddels was zijn ziekte verergerd. Hij werd langzamerhand een schim van zichzelf. Toch heeft hij ook na Don Pasquale nog opera's geschreven. Geconsulteerde artsen stelden de diagnose cerebro-spinale syfilis; deze diagnose is later bij de autopsie bevestigd. Vanaf 1845 was hij te ziek om zelfstandig naar Italië te reizen. In februari 1846 werd hij opgenomen in een kliniek in Ivry, in de nabijheid van Parijs. De Fransen hebben een tijd de wens van de familie en vrienden om Donizetti terug te laten keren naar Italië geblokkeerd. Onder Oostenrijkse politieke druk kon Donizetti op 19 september 1847 Parijs verlaten, als een dement, verlamd en incontinent wrak.
Zijn dood in het huis van vrienden in Bergamo kwam op 8 april 1848. Zijn begrafenis was de grootste die Bergamo ooit zou zien. In 1875 werd hij herbegraven naast zijn goede vriend Mayr in de Basilica di Santa Maria Maggiore (Bergamo). Wrang detail bij de herbegrafenis was dat een deel van zijn schedel bleek te ontbreken (uiteindelijk is dit deel teruggevonden bij de lijkschouwer). Ook het nagelaten werk (met name de onvoltooide Duc d'Albe) leverde nog een luidruchtig naspel op, toen een leerling van Donizetti in 1875 met een reconstructie kwam van Il Duca d'Alba.
Aan Donizetti wordt de compositie toegeschreven van 75 opera's, 16 symfonieën, 19 strijkkwartetten, 193 liederen, 45 duetten, 3 oratoria, 28 cantates, soloconcerten, sonates en kamermuziek.