Piano Solo
Piano + ...
Voor beginners
Componisten

Germaine Tailleferre

Alle Composities

Composities voor: Piano

op populariteit
Berceuse (Slaapliedje)Image for 8 InstrumentsImpromptu (Improvisatie)Jeux de plein airPastoraleViolin Sonata No.1
Wikipedia
Germaine Tailleferre (eigenlijk: Marcelle Taillefesse) (Saint-Maur-des-Fossés, departement Val-de-Marne, 19 april 1892 – Parijs, 7 november 1983) was een Frans componiste en muziekpedagoog. Zij is vooral bekend als de enige vrouw in de Franse componistengroep Groupe des Six (Groep van Zes).
Tailleferre kreeg haar eerste muzieklessen van haar moeder. Tegen de wil van haar vader begon zij op 12-jarige leeftijd haar studie aan het Conservatoire national supérieur de musique in Parijs. Van 1913 tot 1915 behaalde zij meerdere eerste prijzen in harmonieleer, contrapunt, fuga en pianospel. Tot haar medestudenten aan het conservatorium behoorden Arthur Honegger, Darius Milhaud en Georges Auric. Vanaf 1919 was zij met deze drie componisten en met Francis Poulenc en Louis Durey vriendschappelijk verbonden in de Groupe des Six, die een nieuwe antiromantische eenvoud nastreefde in de stijl van Erik Satie, in navolging van de esthetiek die Jean Cocteau formuleerde in het manifest Le Coq et l'Arlequin.
Na de Eerste Wereldoorlog woonde ze in de Parijse kunstenaarswijk Montparnasse, Ze ontving er belangrijke kunstenaars, onder wie Pablo Picasso en Guillaume Apollinaire.
In 1925 reisde zij naar de Verenigde Staten om als pianiste met het Philadelphia Orchestra onder leiding van Willem Mengelberg de première te verzorgen van haar in 1924 geschreven pianoconcert. In het volgende jaar leerde zij de karikaturist Ralph Barton kennen, haar eerste echtgenoot. Ze woonden twee jaar in de VS, waar ze pianospeelde met Charlie Chaplin, die haar wilde meenemen naar Hollywood om filmmuziek te componeren.
In plaats daarvan keerde ze met Barton terug naar Parijs. Ze componeerde daar muziek voor Jean Cocteau, Marguerite Duras en Eugène Ionesco. In 1929 scheidde ze van Ralph Barton, die terugkeerde naar Amerika en enkele maanden later zelfmoord pleegde. In 1932 hertrouwde ze met de advocaat Jean Lageat, met wie ze toen al een eenjarige dochter had. De jaren 1942-1946 bracht ze weer door in de VS.
Na de Tweede Wereldoorlog schreef ze veel muziek in opdracht van de radio en de Franse overheid. Naast haar werk als componiste was zij ook docent, onder andere aan de Schola Cantorum de Paris (1970 tot 1972). In 1981 kreeg ze het Grand-croix de l'ordre national du Mérite uitgereikt.
Germaine Tailleferre is begraven in Quincy-Voisins, departement Seine-et-Marne.
Haar muzikale stijl was al in de jaren twintig gerijpt. Lyrische zingbaarheid, vrolijke folkloristische speelsheid en spontaneïteit verbinden zich met neoclassicistische tendensen (vooral heldere vormen), ritmisch en harmonisch onafhankelijk gevoerde lijnen en polytonaliteit. De experimenteerdrang van de Groupe des Six liet ze steeds meer los naarmate ze ouder werd. Zelf zei ze: "Ik schrijf muziek omdat ik 't leuk vind. Ik weet dat mijn muziek niet groots is, maar wel vrolijk en luchthartig".