Piano Solo
Piano + ...
Voor beginners
Componisten

Jacques Ibert

Alle Composities

Composities voor: Piano

#Arrangementen voor: Piano
op populariteit

#

2 Mélodies (2 Melodies)3 Chansons de Charles Vildrac

A

Aria (Lucht)

C

Chanson du rien (Niets Song)Conga Safia

F

Félicie Nanteuil (Felicie Nanteuil)Française (Frans)

H

Histoires (Verhalen)

I

Impromptu (Improvisatie)

J

Jeux (Games)

L

La verdure dorée (Gouden groen)Le vent dans les ruines (De wind in de ruïnes)Les rencontres (Vergaderingen)L'espiègle au village de Lilliput (Speels in het dorp Lilliput)

M

Matin sur l'eau (Ochtend op het water)Mélopée

N

Noël en Picardie

P

Petite suite en 15 images (Petite Suite 15 foto's)Pièce romantique (Romantische kamer)

S

Scherzetto (Behandelen)

T

Toccata sur le nom d'Albert Roussel (Toccata op de naam van Albert Roussel)

Arrangementen voor: Piano

Aria (Lucht)Cello ConcertoEscales (Stops)Féerique (Fee)Flute ConcertoHistoires (Verhalen)Le chevalier errant (Dolende ridder)Symphonie concertanteValse for L'éventail de Jeanne (Waltz for Het bereik van Jeanne)
Wikipedia
Jacques François Antoine Ibert (Parijs, 15 augustus 1890 – aldaar, 5 februari 1962) was een Frans componist en dirigent.
Zijn eerste muziekles kreeg hij van zijn moeder. Vanaf 1910 studeerde hij in Parijs aan het Conservatoire national supérieur de musique bij André Gédalge, Paul Vidal en Gabriel Fauré. Zijn studies werden onderbroken door de Eerste Wereldoorlog, waar hij als marineofficier gedurende 1917 en 1918 in Duinkerke gelegerd was. In 1919 won hij met zijn cantate Le poète et la fée de prestigieuze Prix de Rome. Verbonden daaraan was een driejarig verblijf in de Villa Medici in Rome. Daar ontstonden de symfonische fresco's Escales. Deze compositie verbeeldt muzikale reisherinneringen aan de exotische bekoring van verschillende havens aan de Middellandse Zee; verder een symfonisch gedicht naar Oscar Wilde La ballade de la geôle de Reading en de orkestfantasie Persée et Andromède.
Na zijn terugkeer in Parijs vond hij inspiratie voor het neoclassicisme. Vanuit de toneelmuziek die nu ontstond, koos hij een reeks orkeststukken met het doel van concertante uitvoeringen, zoals Divertissement een zesdelige reeks naar de toneelmuziek bij Un chapeau de paille d'Italie van Eugène Labiche en de symfonische suite Paris, die op humoristische manier indrukken van de Metro naar het Bois de Boulogne weerspiegelt en soms aan George Gershwin herinnert (An American in Paris).
In 1937 werd hij directeur van de Académie de France in de Villa Medici in Rome, waar hij met uitzondering van de jaren in de Tweede Wereldoorlog tot 1960 verbleef. Verder leidde hij in 1955-1956 de Parijse opera en de Opéra Comique.
Tot zijn leerlingen behoort de Belgische componist Jean Louël.
Als vrije componist in dubbele zin nam hij lange tijd geen baan aan en rekende hij zich nooit tot een bepaalde groep of stijlrichting.