Componisten

The Little Nigar

Componist: Debussy Claude

Instrumenten: Piano

Tags: Dans

#Arrangementen

Download gratis partituren:

Complete Score PDF 0 MB
Complete Score PDF 0 MB
Complete Score PDF 0 MB

Arrangementen:

Andere

Piano (Larocque, Jacques) Snaarinstrument (Anne DeBlois) Saxofoon(4) (Larocque, Jacques) Blokfluit(4) (Unknown) Fluit(4) (Rice, Al) Fagot + Klarinet + Fluit (Roe William Goodman) Fagot + Klarinet + Hobo (Roe William Goodman) Basklarinet + Klarinet (Roe William Goodman) Fagot + Klarinet(2) (Roe William Goodman)
Wikipedia
Claude Achille Debussy (Saint-Germain-en-Laye, 22 augustus 1862 – Parijs, 25 maart 1918) was een Frans componist die vernieuwing bracht binnen de klassieke muziek.
Bach, die Onze Lieve Heer van de muziek, tot wie elke componist zou moeten bidden alvorens aan het werk te gaan, om zich voor middelmatigheid te behoeden.
Hoewel Claude van eenvoudige komaf was en er binnen het gezin Debussy weinig aan muziek werd gedaan, werd zijn talent al vroeg ontdekt. Dankzij bemiddeling van madame Mauté, de schoonmoeder van de dichter Paul Verlaine, mocht hij in 1873 naar het Conservatoire de Paris, waar hij pianoles kreeg van Antoine François Marmontel en harmonieleer van Émile Durand. Ook volgde hij korte tijd lessen bij César Franck.
In 1879 vroeg de weldoenster van Tsjaikovski, gravin Nadezjda Filaretovna von Meck, aan Marmontel of hij een geschikte jonge pianist wist voor haar huistrio. Hij maakte haar attent op Debussy. Zijn spel viel zodanig in de smaak dat hij in 1882 met de familie von Meck naar Rusland ging. Na terugkeer volgde hij compositielessen bij Ernest Guiraud, die hem adviseerde eenvoudiger te schrijven, wilde hij in aanmerking komen voor de Prix de Rome.
In 1884 lukte hem dit met zijn cantate L'enfant prodigue, hoewel de componist Charles Gounod, die hem als genie beschouwde, voor hem in de bres moest springen. De toekenning van de prijs stelde Debussy in staat twee jaar in Rome te werken en te studeren. Dit overigens niet naar eigen genoegen, want het verblijf aldaar werd door hem als een kwelling ervaren. Hij zei niet tegen het klimaat te kunnen, zich niet te interesseren voor de antieke kunst en zich regelrecht te ergeren aan de feesten die hij moest bijwonen. Hier schreef hij het orkeststuk Printemps, dat door de jury in Parijs werd weggehoond. De secretaris van de Académie schreef in zijn rapport dat het zeer wenselijk zou zijn als Debussy zich niet verloor in dit soort impressionisme, dat hij als een van de gevaarlijkste vijanden van kunstwerken beschouwde. Debussy was inmiddels bezig aan een derde werk, getiteld La Demoiselle élue, op een vertaalde tekst van Dante Gabriel Rossetti, maar voor hij het voltooid had was hij al uit Rome vertrokken, nog voor de twee jaren voorbij waren. De jury weigerde Printemps uit te laten voeren, waarop Debussy zich verzette tegen een uitvoering van La Demoiselle élue. Hiermee was de breuk tussen hem en de leiders van de Académie volkomen.
Gedurende een bezoek aan Bayreuth (1888-89) kwam Debussy in contact met de muziek van Richard Wagner, die een dwingende greep op zijn werk leek te krijgen. Tijdens de Wereldtentoonstelling van 1889 in Parijs raakte hij echter onder de bekoring van Spaanse en vooral ook Javaanse muziek, met name van de klanken van de gamelan. Hierdoor lukte het hem onder de invloed van Wagner uit te komen en een hoogst oorspronkelijke, eigen klanktaal te ontwikkelen.
In 1899 huwde Debussy Rosalie Texier, een meisje van eenvoudige komaf, dat hem voorbeeldig terzijde stond in de moeilijke tijd voordat hij bekendheid begon te genieten. In 1904 wenste Debussy echter van haar te scheiden om te kunnen trouwen met hun gezamenlijke vriendin Emma Bardac-Moyse. Door dit tweede huwelijk kwam hij in aanraking met de "betere kringen", hoewel dit niet betekende dat er een einde kwam aan zijn financiële zorgen.
In 1901 werd Debussy muziekrecensent voor de Revue Blanche. Later schreef hij ook voor andere bladen. Een bloemlezing hiervan werd na zijn dood gebundeld onder de titel Monsieur Croche Anti-dilettante.
Vanaf 1909 wist Debussy dat hij aan darmkanker leed. Daarnaast was het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog een grote domper, waardoor hij het maandenlang niet kon opbrengen te componeren. Toch wist hij zich hiervan te herstellen. In deze tijd schreef hij nog werken als de Douze études, En blanc et noir en de Six sonates pour divers instruments, waarvan hij er overigens slechts drie kon voltooien. Debussy stierf tijdens het laatste Duitse offensief toen Parijs met langeafstandsgeschut en vanuit luchtschepen werd gebombardeerd. Omstandigheden noopten tot een informele begrafenis op het kerkhof van Passy.
Debussy heeft de muziek in heel nieuwe banen geleid. Met zijn aparte klankcombinaties en harmonieën schreef hij tal van originele werken, waaronder:
De term "impressionisme" wordt vaak gebruikt om muziek van Debussy te omschrijven, hoewel dit door sommigen (ook de toondichter zelf) werd betwist. De term had de negatieve klank van vaagheid en gebrek aan structuur. In een brief uit 1908, schreef de componist: "Ik probeer 'iets anders' te doen – een soort realiteiten – wat door imbecielen 'impressionisme' wordt genoemd". Elders merkte Debussy eens op: "Muziek is gemaakt van kleuren en afgepaste ritmes".
Enkele kenmerken zijn:
Voor de complete lijst met Debussy's composities (volgens de nummering van François Lesure en tevens geordend op bezetting):
Beschrijvingen van zijn composities zijn te vinden in de categorie Compositie van Claude Debussy.
Zoals veel muziek van andere componisten is ook muziek van Debussy gebruikt in speelfilms, documentaires en commercials. Een paar voorbeelden:
Haendel · Lulli · Scarlatti · Mozart · Cherubini · Weber · Berlioz · Chopin · Liszt · Wagner · Gounod · Reincken · Schuijt · Obrecht · Sweelinck · Orl. Lassus · Clemens n.P. · Wanning · Brahms · Rubinstein · Niels Gade · Verhulst · Schumann · Mendelssohn · Schubert · Spohr · v. Beethoven · Haydn · Bach · Strawinsky · Pijper · Ravel · Reger · Wagenaar · Tschaikovsky · Zweers · Bruckner · Mahler · Franck · Diepenbrock · Debussy · Dopper · Rich. Strauss · Röntgen · Bartók · Dvořák