Dario Castello (c. 1590 – c. 1658) was een Italiaanse componist en instrumentalist uit de vroege barokperiode. Hij werkte in Venetië. Het is niet zeker of hij de zink of de dulciaan (fagot) speelde, of zelfs allebei. Als componist is hij te plaatsen aan het einde van de Venetiaanse School. Castello speelde een belangrijke rol in de transitie van de traditionele 'canzona' naar de 'sonate' (niet te verwarren met de veel latere 'sonatevorm').
Er is niet veel informatie gevonden over Castello. Zelfs zijn geboorte- en sterfdatum zijn onbekend. Een mogelijkheid is dat hij tijdens een uitbraak van de pest tussen 1629 en 1631 in Italië is gestorven. In ieder geval lijkt er na die tijd geen nieuwe muziek van Castello te zijn gepubliceerd.
Van Castello's werk zijn 29 composities bewaard gebleven. Zijn muziek kenmerkt zich door de inventieve en technisch uitdagende componeerstijl, die doet denken aan de Stylus Phantasticus. Traditionele polyfone secties en canzona's worden afgewisseld met solistische recitatieven met basso continuo. Dat verklaart ook de titel van zijn sonates: "In Stile Moderno". Het was bijzonder voor zijn tijd dat Castello vrij specifiek vroeg om bepaalde instrumenten, waaronder de viool, zink, violetta, trombone en de dulciaan/fagot. Castello's populariteit blijkt uit het feit dat zijn werken zelfs na 1650 nog opnieuw werden gedrukt.