Zink Solo
Zink + ...
Voor beginners
Componisten

12 Sinfonias

Componist: Stradella Alessandro

Instrumenten: String ensemble Viool Zink Luit Altviool

Tags: Sinfonia

Download gratis partituren:

Complete Score PDF 47 MBComplete Score (Rotated document) PDF 36 MB
Wikipedia
Antonio Alessandro Boncompagno Stradella (Bologna, 3 juli 1639 – Genua, 25 februari 1682) was een Italiaans componist, zanger en violist.
Zijn familie, behorende tot de lagere adel, was oorspronkelijk afkomstig uit Toscane en verhuisde eerst naar Nepi en later naar Rome (1667). Een grootoom van Alessandro met naam Alessio Stradella was Curieprelaat en Bisschop van Sutri en Nepi. Zijn eerste muziekles kreeg hij van zijn vader Cavaliere Marc'Antonio Stradella en van zijn moeder Vittoria Bartoli. Al in 1655 werkt hij mee bij een oratoriumuitvoering in de kerk San Marcello del Crocifisso. Later had hij wel een langer verblijf in Bologna, omdat men van hem ook spreekt als "il Signor Bolognese". Vermoedelijk heeft hij ook gestudeerd bij de Domkapelmeester aan San Petronio, ene Signore Cazzati. Aansluitend vertrekt hij naar Rome. In Rome kreeg hij zijn eerste compositieopdrachten en behoorden de meest illustere leden van de Romeinse aristocratie tot zijn opdrachtgevers, zoals Lorenzo Onofrio Colonna.
In 1667 trad hij in dienst bij koningin Christina I van Zweden. Tot zijn plichten als servitore de camera behoorden ook het componeren van geestelijke vocale muziek (oratoria, cantates - "Chare Jesu Suavissime" tot het feest van de Heilige Filippo Neri - en passies). In de tijd tot 1677 ontstaan ook de grote oratoria San Giovanni Battista, San Pelagia en het (verloren) Vastenoratorium voor San Marcello. Opdrachtwerken van de aristocratie zoals de cantate La Circe in mei 1667 bij de benoeming tot kardinaal van Leopoldo di Medici, plaatsten Stradella al spoedig in het centrum van het Romeinse muziekleven. Al gauw breidde hij zijn terrein uit naar het theater, waarvoor hij opera's, serenades en andere werken componeerde. Hij maakte naam als componist en na Rome, werden zijn werken in de meeste belangrijke steden van Italië opgevoerd.
Maar zijn roem werd overschaduwd door zijn betrokkenheid bij allerhande louche zaken. In 1669 moest hij Rome verlaten, vanwege zijn aandeel in een complot om geld van de Kerk te verduisteren. Als huwelijksmakelaar, moest hij in 1677 de stad nogmaals ijlings verlaten, nadat hij een huwelijk gearrangeerd had voor de nicht van kardinaal Cibo. Na een kort verblijf in Florence, ging hij naar Venetië en kwam hij weer in de problemen vanwege een affaire met Agnese Van Uffelte, de maîtresse van de Venetiaanse edelman Alvise Contarini.
Achtervolgd door Contarini's huurmoordenaars vluchtte hij met Agnese naar Turijn. Hoewel zijn achtervolgers hem onderweg te pakken kregen, wist hij zwaargewond te ontkomen en werd hij onder de hoede genomen van de Franse regentes in Turijn, Maria Johanna, wat ontaardde in een diplomatieke rel tussen de Venetiaanse republiek en de zonnekoning van Frankrijk, Lodewijk XIV.
Hersteld van zijn verwondingen besloot hij naar Genua te gaan (1678), waar enkele edellieden hem een goed salaris boden, onder voorwaarde zich blijvend te vestigen in Genua en exclusief voor hen muziek te componeren. In Genua schrijft hij onder de patronage van rijke adellijken zijn laatste groot werken (instrumentale muziek, het oratorium Susanna).
In 1682 raakte hij weer betrokken in een schandaal, ditmaal met een vrouw afkomstig uit de Genese adel, wat hij met de dood moest bekopen; hij werd op 25 februari 1682 op de Piazza Bianchi neergestoken door een huurmoordenaar.
In zijn ambivalente natuur personifieerde Stradella het type van de rusteloze vroegbarokke "genio" (Caravaggio!). Zijn muzikale betekenis ligt vooral in de dramatische en harmonische verbreding van het oratorium. Zijn nieuwe, gedeeltelijk sterk dissonante harmonieën, zijn melodische verwerking van de wereld van gevoelens en niet als laatste zijn definitieve verbreding van het Oratorio volgare tot een geestelijke opera legden de basis voor zijn buitengewone populariteit tot wijd in de 19e eeuw (San Giovanni Battista, de toegeschreven aria Pietà, o Signore).
In zijn "oratorium volgare" Johannes de Doper op een Italiaanse tekst deelt hij een achtstemmig strijkersensemble op in een concertino en een concerto grosso en wijst daarmee al naar de Concerti grosso van Arcangelo Corelli vooruit, die als violist bij de première van Stradella's oratorium meegespeeld heeft. Of Stradella daarom inderdaad ook als "uitvinder" van het Concerto grosso kan aangezien worden, blijft omstreden.
De Romantiek van de 19e en 20e eeuw verwerkte het leven van Stradella in romans en als ideaal libretto voor een opera Louis Abraham de Niedermeyer en Friedrich Adolf Ferdinand Freiherr von Flotow. Een objectief inschatten van werk en persoonlijkheid van Stradella werd daardoor tot heden bemoeilijkt. In ieder geval is hij een van de hoofdvertegenwoordigers van de muziek uit de Romeinse vroege barok geweest.