Koor Solo
Koor + ...
Voor beginners
Componisten

Ernest Chausson

Alle Composities

Composities voor: Koor

Wikipedia
Amédée-Ernest Chausson (Parijs, 20 januari 1855 – Limay, 10 juni 1899) was een Frans componist en advocaat. Hij geldt als een van de meest getalenteerde componisten van zijn tijd. Hij behoorde tot de "bande à Franck", de kring van componisten om César Franck, die na 1870 vernieuwing van de Franse muziek nastreefde.
Als enig erfgenaam van zijn vader, na het overlijden van zijn twee broers, was Chausson een welgesteld man. Met zijn fortuin kon hij zijn huis volstouwen met de moderne kunst van zijn tijd. Zijn vader was aannemer geweest en had tijdens de prefectuur van Georges-Eugène Haussmann onder andere de grote Parijse boulevards aangelegd.
Chausson kreeg op 10-jarige leeftijd zijn eerste pianolessen van Cornélius Coster. Ook van Daniël de Lange heeft hij enige tijd les gehad. Een uitstekende algemene opleiding kreeg hij van Léon Brethous-Lafargue, die zijn interesse voor muziek, kunst en literatuur bevorderde. Hij bezocht met hem exposities en literaire kringen. Vanaf 1874 was Chausson regelmatig in de salon van Madame de Rayssac te vinden, waar hij muziek van Beethoven, Schubert en Schumann leerde kennen en soms ook zelf musiceerde.
Alhoewel hij grote artistieke talenten bezat, studeerde hij eerst rechten aan de Sorbonnen. Na zijn wetenschappelijke promotie was hij vanaf 1877 enige tijd advocaat aan het Parijse Cour d'Appel. Vermoedelijk in 1878 ging hij compositie studeren bij Jules Massenet en sinds 1879 ook aan het Conservatoire de Paris. Hij wijdde zich sindsdien volledig aan de kunst. Na zijn vruchteloze mededinging om de Prix de Rome met zijn cantate L' Arabe stopte hij met zijn conservatoriumstudie, maar hij werd wel leerling van César Franck.
Zoals voor vele van zijn tijdgenoten was de muziek van Richard Wagner ook voor Chausson fascinerend. Omdat Wagners werken in Frankrijk uitsluitend concertant en maar fragmentarisch te horen waren, reisde hij in 1879 naar München, om Der Fliegende Holländer en Der Ring des Nibelungen, een jaar later Tristan und Isolde mee te beleven. In 1882 woonde hij de première van Parsifal in het Festspielhaus in Bayreuth bij. In 1889 was hij opnieuw in Bayreuth om Tristan und Isolde, Parsifal en Die Meistersinger von Nürnberg te horen.
Op 20 juni 1883 huwde Chausson de musicienne Jeanne Escudier. De huwelijksreis ging naar Bayreuth. Met het gezin van uiteindelijk vijf kinderen reisden ze 's zomers door Frankrijk of naar het buitenland. In Limay huurde hij een villa, de rest van het jaar brachten zij in Parijs door.
Omdat hij financieel onafhankelijk was, kon hij zich geheel richten op de muziek en zijn andere kunstzinnige interesses. In zijn 'Maison de Luzancy' aan de Parijse Boulevard de Courcelles was Chaussons salon, waar vele concerten werden gegeven, het trefpunt van de artistieke en geestelijke elite. Onder anderen waren te gast de kunstschilders Edgar Degas, Édouard Manet, Odilon Redon, Pierre-Auguste Renoir, de beeldhouwer Auguste Rodin, de schrijvers Stéphane Mallarmé, Maurice Maeterlinck, Camille Mauclair, André Gide, de componisten César Franck, Henri Duparc, Paul Dukas, Maurice Ravel en Charles–Marie Widor, de violist Eugène Ysaÿe (aan wie hij zijn Concert opus 21 en het befaamde Poème opus 25 opdroeg) en de pianist Alfred Cortot. Hij was bevriend met Vincent d'Indy, Charles Bordes, Claude Debussy en Emmanuel Chabrier.
Chausson was in 1871 mede-oprichter van de Societé Nationale de Musique met als doelstelling de bevordering van de Franse muziek. Van 1889 tot 1899 was hij secretaris. Soms fungeerde hij als dirigent of uitvoerend musicus bij de concerten. Samen met d'Indy zette hij zich ervoor in dat dit gezelschap voor buitenlandse componisten werd opengesteld. Dit leidde tot de breuk met Camille Saint-Saëns, die de schadelijke Duitse invloed op de Franse muziek vreesde en vanaf 1880 fel tegen het werk van Wagner polemiseerde.
Chausson kwam in 1899 op 44-jarige leeftijd om het leven toen hij op zijn fiets van een heuvel afreed en tegen een muur botste. Hij werd begraven op Cimetière du Père-Lachaise. Hij liet diverse onvoltooide composities achter, waaronder een strijkkwartet waarvan de finale door d'Indy werd voltooid, en een (tweede) symfonie.
Chausson heeft zich in veel van zijn werken op de voorbeelden van César Franck en Richard Wagner georiënteerd. Vooral in de behandeling van de harmonie en de Leitmotiven, maar ook in kwesties van orkestratie, ging hij bij Wagner te rade en voor de cyclische vorm van zijn werken bij Franck. In de loop van zijn ontwikkeling als componist koos hij zijn eigen weg. Door zich te verdiepen in de oude Franse muziek van Rameau en Couperin streefde hij naar klaarheid en uitgewogen proporties in zijn werken.